• Landelijk werkzaam
  • Persoonlijk bezoek
  • Één vast aanspreekpunt
  • Gratis rechtshulp

Wat is het verschil tussen affectieschade en shockschade?

Door: André Rotte
Leestijd: 2 minuten

Smartengeld is waarschijnlijk bij veel mensen wel bekend; dit is de uitkering die een slachtoffer ontvangt voor geleden immateriële schade als gevolg van letsel, bijvoorbeeld gederfde levensvreugde. Sinds een aantal jaar is het voor naasten en nabestaanden van een slachtoffer ook mogelijk om aanspraak te maken op een schadevergoeding, in de vorm van affectieschade en/of shockschade.

Affectieschade

Sinds 1 januari 2019 is de Wet Affectieschade in werking getreden. Affectieschade wordt uitgekeerd aan nabestaanden en naasten van een slachtoffer dat ernstig of blijvend letsel heeft opgelopen als gevolg van bijvoorbeeld een bedrijfsongeval, medische fout of verkeersongeval. Zij krijgen dan een vergoeding voor het leed en de pijn die zij ervaren als gevolg van het ongeval.

Er is maar een beperkt aantal personen dat in aanmerking kan komen voor affectieschade. Dit is alleen de partner van het slachtoffer, de kinderen en ouders, of zij die een vergelijkbare relatie met het slachtoffer hebben. Denk hierbij bijvoorbeeld aan pleegkinderen en pleegouders.

Bij shockschade gaat het vooral om de wijze van ontstaan van de schade. Shockschade wordt toegekend bij schade als gevolg van confrontatie met een schokkende gebeurtenis, waarvoor een ander aansprakelijk is. Denk hierbij aan zowel geestelijk als lichamelijk letsel, want psychische klachten kunnen ook lichamelijke uitwerkingen hebben. Er moet wel een psychiatrisch ziektebeeld optreden als gevolg van het ongeval. Bijvoorbeeld een Posttraumatische Stress Stoornis (PTSS).

Shockschade

Anders dan bij affectieschade heeft De Hoge Raad inmiddels besloten dat shockschade niet alleen aan een beperkte kring van personen kan worden uitgekeerd, maar ook aan een willekeurige passant. In 2002 deed de Hoge Raad een uitspraak waarbij vooral het gevolg voor de uitkering opvallend was. Bij een direct familielid zal eerst vastgesteld moeten worden welk deel van de schade valt onder ‘normale’ affectieschade. Voor een willekeurige passant is dit niet nodig, hij of zij is namelijk verder niet bekend met het slachtoffer en daarom is er geen sprake van affectieschade.

De procedure voor de schadevergoeding voor het directe familielid kost hierdoor meer tijd, want er moet zoals hierboven aangegeven eerst worden bepaald welk gedeelte van de schade affectieschade is en welk gedeelte shockschade. Voor de willekeurige passant is er alleen maar een vergoeding voor shockschade, omdat er geen sprake is van affectieschade. Daarom is de tijdsduur van het proces voor een willekeurige passant veel korter.

Eerste uitkering shockschade

Op 22 februari 2002 werd voor het eerst shockschade toegekend bij een verkeersongeval. Een moeder die haar dochtertje zwaar verminkt op het woonerf aantrof nadat een taxibusje achteruit over het hoofd van het meisje was gereden, ontving een shockschadevergoeding. Deze zaak is bekend als het zogeheten Taxibus-arrest.

(c) copyright Stipt letselschade | Klachtenregeling | Algemene Voorwaarden | Sitemap | Privacyverklaring