Door: Lisa Fluit
Leestijd: 2 minuten
Een diepe kuil vlak voor de voordeur. Geen duidelijke afzetting. Een val met vijf gebroken ribben en een klaplong tot gevolg. Het klinkt als een klassiek valongeval waarvoor iemand aansprakelijk zou moeten zijn.
Toch oordeelde de rechtbank Oost-Brabant dat de zaak nog niet rijp was voor een uitspraak. In deze uitspraak werd duidelijk dat de feiten nog te onduidelijk waren en niet met alle partijen was gesproken.
De situatie riep direct herinneringen op aan het Kelderluik-arrest van de Hoge Raad uit 1965.Daarin werd vastgesteld dat iemand aansprakelijk kan zijn voor een gevaarlijke situatie als aan vier voorwaarden is voldaan: er is een kans op letsel bij onoplettendheid, de gevolgen kunnen ernstig zijn, het risico was eenvoudig te voorkomen, en het slachtoffer mocht erop vertrouwen dat het veilig was.
In deze zaak probeerde een zorgverlener een woning te betreden waar werkzaamheden aan de gasleiding plaatsvonden. Voor de voordeur was een diepe kuil gegraven. Ze stapte op een losse tegel, viel in het gat en raakte ernstig gewond.
De aannemer en de onderaannemer werden aansprakelijk gesteld, en er werd gekozen voor een deelgeschilprocedure: een versnelde procedure voor letselschadezaken waarin één knoop snel kan worden doorgehakt.
Verzoekster kiest voor een deelgeschilprocedure ex artikel 1019w Rv, bedoeld om in vastgelopen letselschadeonderhandelingen een versnelling te brengen met een tussenoordeel van de rechter. Ze verzoekt de rechtbank om aansprakelijkheid vast te stellen en de kosten van de procedure – ruim € 6.000,00 te vergoeden. Volgens haar was sprake van onrechtmatige gevaarzetting: onvoldoende afzetting én een misleidende geruststelling van de aanwezige werklieden.
De rechter wees het verzoek af. De reden? De toedracht van het ongeval stond niet vast. Wat was er precies tegen haar gezegd? Was er gewaarschuwd? Was het werkterrein afgezet? De verklaringen liepen uiteen en de beschikbare videobeelden boden onvoldoende duidelijkheid. Daarvoor zijn getuigenverhoren nodig, en die passen niet in een deelgeschil.
Bovendien had één van de betrokken partijen nog geen standpunt ingenomen over de aansprakelijkheid. Er was dus geen echte impasse of vastgelopen situatie waar de deelgeschilprocedure voor bedoeld is.
Hoewel er sprake was van een gevaarlijke situatie, zoals in het Kelderluik-arrest is beschreven, kon de rechter nog geen oordeel geven. Want of het gevaar juridisch verwijtbaar was, hangt in dit geval vooral af van de vraag of het slachtoffer mocht aannemen dat het veilig was. En dat kon pas beoordeeld worden als eerst alle feiten helder zijn.
Wat betekent dit voor anderen?
Een diepe kuil voor een deur lijkt misschien een simpele zaak. Maar ook bij duidelijke ongevallen moet de rechter eerst weten wat er precies is gebeurd. Pas dan kan hij bepalen wie verantwoordelijk is.
Bij letselschade gaat het niet alleen om vergoeding, maar ook om erkenning. Toch vraagt het recht om zorgvuldigheid. Soms betekent dat: eerst bewijzen verzamelen, dan pas een oordeel.
Bent u gewond geraakt door een gevaarlijke situatie, bijvoorbeeld door werkzaamheden aan of rond een woning? Dan raden wij u aan contact op te nemen met een van onze experts. Zij kunnen u helpen bij het claimen van een passende schadevergoeding. staan klaar om uw schade professioneel en daadkrachtig te verhalen.
Een ongeluk is snel gebeurd – maar aansprakelijkheid ligt juridisch zelden eenvoudig.