• Landelijk werkzaam
  • Persoonlijk bezoek
  • Één vast aanspreekpunt
  • Gratis rechtshulp

Koolmonoxidevergiftiging in een huurwoning: wie is aansprakelijk?

Door: Lisa Fluit
Leestijd: 4 minuten

Jaarlijks overlijden in Nederland gemiddeld vijf tot tien mensen als gevolg van koolmonoxidevergiftiging. Daarnaast worden naar schatting zo’n 200 personen opgenomen in het ziekenhuis en honderden anderen behandeld op de spoedeisende hulp. De Onderzoeksraad voor Veiligheid stelt echter dat deze cijfers in werkelijkheid mogelijk drie tot vijf keer hoger liggen, mede vanwege onderschatting, verkeerde diagnosestelling en het ontbreken van directe signalering. Deze cijfers onderstrepen het belang van goede preventie, waaronder het plaatsen van werkende koolmonoxidemelders in woningen. Maar wat gebeurt er wanneer iemand kampt met gezondheidsklachten, een defecte gaskachel blijkt te hebben, en de koolmonoxidemelder niet is afgegaan?

De casus: gezondheidsklachten en een lekkende kachel

In een zaak die leidde tot een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 juni 2023, speelde precies deze situatie. Een huurder had per 31 maart 2018 de bovenverdieping van een woning gehuurd. De ruimte werd verwarmd met een oude gaskachel waarvan de rookgasafvoer in het verleden met kit was gerepareerd. Op 11 april 2018 werd de kachel gecontroleerd door Energiewacht. Toen werden geen gebreken vastgesteld. In de woonkamer was een koolmonoxidemelder geplaatst, maar die is tijdens de gehele huurperiode niet afgegaan.

Later in het jaar kreeg de huurder last van benauwdheid en werd hij medisch onderzocht. De eerste ziekenhuisonderzoeken leverden geen duidelijke afwijkingen op. Op 30 november 2018 nam de huurder zelf contact op met Energiewacht omdat hij vermoedde dat zijn klachten verband hielden met de kachel. Bij controle op die dag werd inderdaad een lekkage in de rookgasafvoer vastgesteld. In 2019 werden op een MRI-scan van de hersenen witte stofafwijkingen gevonden, die volgens artsen niet specifiek, maar wel mogelijk passend zijn bij een koolmonoxidevergiftiging.

Het geschil: aansprakelijkheid van de verhuurder

De huurder stelde zijn verhuurder aansprakelijk voor de gezondheidsschade die hij beweert te hebben opgelopen als gevolg van blootstelling aan koolmonoxide. De kantonrechter gaf hem daarin aanvankelijk gelijk en stelde vast dat er sprake was van een gebrekkige kachel, met een lek in de rookgasafvoer, waardoor koolmonoxide vrij kon komen in de woning.

De verhuurder tekende echter hoger beroep aan. Hij stelde dat hem niets te verwijten viel. Zijn verweer bestond uit drie onderdelen:

  1. De kachel was periodiek gecontroleerd.
  2. De verhuurder had pas op 30 november 2018 weet gekregen van het defect.
  3. Direct na ontdekking van de lekkage is de kachel buiten gebruik gesteld.

Juridisch kader: art. 6:173 BW

De kern van de zaak draait om artikel 6:173 van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel stelt dat de bezitter van een roerende zaak die niet voldoet aan de veiligheidseisen – en daardoor een bijzonder gevaar oplevert – aansprakelijk is voor de schade die door het gebrek ontstaat, mits dat gevaar zich daadwerkelijk verwezenlijkt.

In hoger beroep staat vast dat de kachel een gebrek vertoonde: de rookgasafvoer lekte, wat een gevaar oplevert voor de gezondheid van bewoners. Ook is duidelijk dat koolmonoxide – een geurloos, kleurloos, maar giftig gas – kan vrijkomen bij zo’n defect. Daarmee voldoet de zaak aan het eerste criterium van art. 6:173 Burgerlijk Wetboek: het object vertoonde een gebrek dat een bijzonder gevaar oplevert.

Causaal verband: van gevaar naar gezondheidsschade bij koolmonoxidevergiftiging

Toch is de zaak juridisch niet zo eenvoudig. Om aansprakelijkheid vast te stellen, moet namelijk ook het tweede criterium worden aangetoond: dat het gevaar zich daadwerkelijk heeft verwezenlijkt en heeft geleid tot schade bij de huurder. En dat laatste is in deze zaak niet zonder meer vastgesteld.

Volgens het hof is het niet duidelijk of – en zo ja, in welke mate – de huurder daadwerkelijk is blootgesteld aan een schadelijke hoeveelheid koolmonoxide. Belangrijke meetgegevens, zoals een verhoogd gehalte carboxyhemoglobine (COHb) in het bloed – dat kort na blootstelling ontstaat – ontbreken. Dergelijk bloedonderzoek moet binnen enkele uren na de blootstelling worden uitgevoerd, maar dat is in dit geval niet gebeurd.

De MRI-scan laat afwijkingen zien die kunnen passen bij koolmonoxidevergiftiging, maar het is niet uitgesloten dat er een andere oorzaak is. Het hof acht de medische gegevens dus onvoldoende om vast te stellen dat er sprake is van directe gezondheidsschade door de kachel.

Rol van de koolmonoxidemelder

Een ander discussiepunt in deze zaak was de koolmonoxidemelder. Volgens de huurder zou deze te hoog zijn geplaatst, waardoor hij het gas niet zou hebben gedetecteerd. Koolmonoxide zou immers zwaarder zijn dan lucht. De verhuurder wees echter op het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (2015), waarin wordt aangegeven dat koolmonoxide iets lichter is dan lucht en zich daardoor verspreidt met de luchtstroom in de ruimte. Het hof volgt dit standpunt en beschouwt het als feit van algemene bekendheid.

Daarnaast werd niet aangetoond dat de melder defect was. Het feit dat het alarm niet is afgegaan, wordt door het hof daarom uitgelegd als indicatie dat het koolmonoxidegehalte in de ruimte binnen de veilige marges is gebleven.

Het voorlopige oordeel

Het hof stelt dat er aanwijzingen zijn dat de klachten van de huurder mogelijk verband houden met koolmonoxide, maar dat bewijs voor een direct causaal verband ontbreekt. De huurder is verzocht zijn volledige huisartsendossier over 2018 te overleggen, zodat verder onderzocht kan worden of aanvullend medisch bewijs geleverd kan worden.

Pas na deze beoordeling zal het hof kunnen beslissen of de verhuurder daadwerkelijk aansprakelijk is voor gezondheidsschade en, zo ja, welke schade vergoed moet worden.

Conclusie

Deze zaak toont aan hoe complex het juridisch vaststellen van aansprakelijkheid bij koolmonoxidevergiftiging kan zijn. Zelfs als een kachel gebrekkig blijkt te zijn, betekent dat niet automatisch dat een verhuurder aansprakelijk is voor alle gezondheidsklachten van een huurder. Cruciaal is het bewijs van daadwerkelijke blootstelling aan het gas en een aantoonbaar verband met de opgelopen schade. Het onderstreept het belang van snel handelen bij verdenking van koolmonoxideblootstelling én van goede documentatie en medische follow-up. Wilt u meer weten over koolmonoxidevergiftiging? Dan raden wij u aan contact op te nemen met een van onze experts.

 

Gratis hulp en advies
  • Binnen 24 uur contact
  • Eén vast aanspreekpunt
  • Persoonlijke aanpak
  • Gratis rechtshulp
  • Landelijk werkzaam

    Gratis hulp en advies
    (c) copyright Stipt letselschade | Klachtenregeling | Algemene Voorwaarden | Sitemap | Privacyverklaring