• Landelijk werkzaam
  • Persoonlijk bezoek
  • Één vast aanspreekpunt
  • Gratis rechtshulp

Let op in het verkeer: aansprakelijkheid bij fietsongeval door telefoongebruik

Door: Lisa Fluit
Leestijd: 3 minuten

Een ogenschijnlijk klein moment van onoplettendheid had grote gevolgen in de zaak die leidde tot arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 12 februari 2025. Een fietser, afgeleid door zijn mobiele telefoon, botste op een andere fietser. Het slachtoffer liep letsel op en stelde zich in de strafzaak civiel partij. Het hof kende uiteindelijk ruim € 6.500,00 aan schadevergoeding toe.

Wat maakt dit arrest juridisch relevant? En welke lessen kunnen slachtoffers van verkeersincidenten hieruit trekken?

Fietsongeval door telefoongebruik op de fiets

De toedracht was duidelijk: op 29 juli 2021 fietste de verdachte over een fietspad terwijl hij op zijn telefoon keek. Daardoor zag hij een tegemoetkomende fietser te laat. Een onverwachte stuurbeweging bracht hem op de verkeerde weghelft en een botsing volgde. Het slachtoffer liep lichamelijk letsel op, zijn bril raakte beschadigd, en hij had tijdelijk hulp nodig bij verzorging en huishouden.

De strafrechter achtte het bewezen dat de verdachte schuld had aan het ongeval en veroordeelde hem artikel 6 Wegenverkeerswet 1994: het veroorzaken van een verkeersongeval met letsel door schuld. Naast een taakstraf van 80 uur werd ook schadevergoeding opgelegd. In hoger beroep bleef deze beslissing overeind.

Maar het arrest is vooral interessant vanwege de manier waarop het hof de civiele schadevordering behandelde.

Schadevergoeding via het strafproces

Steeds vaker voegen slachtoffers van verkeersongevallen zich in het strafproces als benadeelde partij. Zo ook in deze zaak.

Het slachtoffer diende een vordering in ad € 12.004,22, bestaande uit onder andere medische kosten, hulp in de huishouding, vervanging van zijn bril en smartengeld.

Het hof kende € 6.504,22 toe: € 5.504,22 aan materiële schade en € 1.000,00 aan immateriële schade. De motivering van het hof biedt interessante inzichten.

Telefoongebruik op de fiets = onrechtmatig handelen

Wie tijdens het fietsen afgeleid is door zijn telefoon en daardoor een ongeluk veroorzaakt, handelt onrechtmatig. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar het hof bevestigt dit expliciet. Zelfs voor een fietser geldt een plicht om oplettend en anticiperend te zijn in het verkeer.

Voor slachtoffers betekent dit dat de aansprakelijkheid in vergelijkbare gevallen eenvoudiger te onderbouwen is.

Geen eigen schuld bij het slachtoffer

De verdediging probeerde de verantwoordelijkheid deels bij het slachtoffer te leggen. Die zou als “gemotoriseerde verkeersdeelnemer” (bijvoorbeeld op een e-bike) extra alert moeten zijn geweest. De advocaat verwees naar de zogeheten “reflexwerking” van artikel 185 Wegenverkeerswet, dat de gemotoriseerde verkeersdeelnemer verantwoordelijk houdt tenzij sprake is van overmacht.

Het hof ging hier niet in mee. De manoeuvre van de verdachte – plotseling van rijstrook wisselen vanwege telefoongebruik – was zodanig onvoorspelbaar dat het slachtoffer hier geen rekening mee hoefde te houden. Eigen schuld werd uitgesloten.

Informele hulp is ook schade

Een belangrijk onderdeel van de toegewezen schade betrof de huishoudelijke hulp en verzorging die het slachtoffer nodig had. Deze hulp was niet professioneel ingekocht, maar geleverd door familie en vrienden. Toch werd deze schadepost vergoed.

Het hof verwees naar de Richtlijn Huishoudelijke Hulp van De Letselschade Raad en artikel 6:107 Burgerlijk Wetboek en De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp: informele hulp vertegenwoordigt een economische waarde en komt dus voor vergoeding in aanmerking.

Voor slachtoffers is dit goed nieuws: het inschakelen van professionele hulp is niet noodzakelijk om aanspraak te maken op compensatie – zolang de hulp aantoonbaar nodig was.

Smartengeld: bescheiden maar erkend

Het slachtoffer vroeg € 6.500,00 aan immateriële schadevergoeding. Het hof kende daarvan slechts € 1.000,00 toe.

Hoewel dat bedrag aan de lage kant is, sluit het aan bij de rechtspraak bij relatief beperkt lichamelijk letsel. Toch laat dit zien dat het indienen van een goed onderbouwde vordering – bijvoorbeeld met medische gegevens en verklaringen over klachten – van groot belang is om een hogere vergoeding te krijgen.

Proceskosten volledig vergoed

Tot slot kende het hof bijna € 2.000,00 aan proceskosten toe op basis van het liquidatietarief. Een belangrijk signaal: slachtoffers hoeven niet zelf op te draaien voor de kosten van juridische bijstand, mits deze redelijk zijn en goed onderbouwd.

Wat betekent dit voor u als slachtoffer?

Het arrest bevestigt een belangrijk uitgangspunt: verkeersdeelnemers, ook fietsers, moeten oplettend zijn. Wordt die zorgvuldigheid verzaakt – bijvoorbeeld door op een telefoon te kijken – dan is de schade voor rekening van de veroorzaker.

Voor slachtoffers biedt dit arrest houvast. Het laat zien dat u niet alleen uw medische en materiële schade kunt verhalen, maar ook kosten voor informele hulp én smartengeld. En dat allemaal binnen één strafprocedure – zonder aparte civiele rechtszaak.

Heeft u letsel opgelopen bij een verkeersongeluk? Dan raden wij u aan contact op te nemen met een van onze experts. Wij zorgen dat u krijgt waar u recht op hebt: een rechtvaardige schadevergoeding.

Gratis hulp en advies
  • Binnen 24 uur contact
  • Eén vast aanspreekpunt
  • Persoonlijke aanpak
  • Gratis rechtshulp
  • Landelijk werkzaam

    Gratis hulp en advies
    (c) copyright Stipt letselschade | Klachtenregeling | Algemene Voorwaarden | Sitemap | Privacyverklaring