Door: Lisa Fluit
Leestijd: 3 minuten
Dagelijks trappen miljoenen fietsers naar werk, school of andere bestemmingen. Fietsen is duurzaam en gezond, maar helaas niet zonder risico’s. Een van de meest voorkomende ongevallen is een aanrijding tussen een fietser en een gemotoriseerd voertuig, zoals een auto, motor of vrachtwagen.
Daarop is artikel 185 van de Wegenverkeerswet 1994 (WvW) van toepassing. Dit artikel biedt een extra bescherming aan niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemers, zoals fietsers en voetgangers.
Wat betekent dit artikel precies voor u als fietser? Wanneer is het van toepassing, en wanneer niet? In deze blog leggen we de werking van artikel 185 WvW uit, aan de hand van de wet, rechtspraak en een praktijkvoorbeeld.
Artikel 185 WvW beschermt zwakkere verkeersdeelnemers zoals fietsers en voetgangers. Het artikel bepaalt dat wanneer er een ongeval plaatsvindt tussen een gemotoriseerd voertuig (zoals een auto, motor of vrachtwagen) en een niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemer (zoals een fietser), de bestuurder van het gemotoriseerde voertuig in principe aansprakelijk is voor de schade, tenzij hij of zij kan bewijzen dat het ongeval door overmacht is veroorzaakt.
De bescherming van fietsers gaat behoorlijk ver omdat fietsers vaak kwetsbaarder zijn in het verkeer. De gedachte is dat bestuurders van gemotoriseerde voertuigen meer de verantwoordelijkheid hebben om ongelukken te voorkomen. Autobestuurders zijn in principe aansprakelijk voor de schade van de fietser, zelfs als zij er zelf geen schuld aan hebben.
Op een smalle weg op Texel kwam een fietsster met haar wiel in het zand terecht en na een stuurcorrectie kwam ze ten val, ongelukkigerwijs vlak voor het wiel van een aanhanger van een auto. Vervolgens reed deze over haar heen.
Zoiets klinkt misschien in eerste instantie als een heel ongelukkig toeval, maar de rechtbank achtte het niet zo onwaarschijnlijk en vond dat de chauffeur er rekening mee had moeten houden. Wel achtten ze de dat de fietsster deels ook zelf schuld had. De bestuurder moest 85% van de schade van de fietsster vergoeden en dat de fietsster zelf draaide op voor de overige 15%.Lees hier de complete uitspraak van de rechtbank Noord-Holland
In de praktijk komt het erop neer dat een autobestuurder in bijna alle gevallen schade moet vergoeden, behalve wanneer een ongeval is te wijten aan overmacht. Maar overmacht is lastig aan te tonen. De chauffeur moet dan bewijzen dat hij of zij niets had kunnen doen om het ongeval te voorkomen. Dit betekent dat hij of zij moet bewijzen dat hij of zij zich volledig aan de verkeersregels heeft gehouden. Ook moet het gedrag van de fietser zo onverwacht zijn, dat zelfs een zeer oplettende en voorzichtige bestuurder het ongeval niet had kunnen voorkomen. In de praktijk wordt overmacht zelden bewezen geacht.
Ook al is de aansprakelijkheid van de automobilist vaak duidelijk, kan eigen schuld of roekeloos gedrag van de fietser invloed hebben op de hoogte van de schadevergoeding. Het is dus van groot belang dat u als fietser uw rechten kent en waar nodig juridische stappen onderneemt om de schade vergoed te krijgen.
Als u als fietser betrokken raakt bij een ongeval met een gemotoriseerd voertuig, is het belangrijk om te weten welke rechten u heeft en hoe u uw schade kunt verhalen. Het verzamelen van bewijs speelt daarbij een cruciale rol.
Maak foto’s van de situatie, noteer de gegevens van eventuele getuigen, en meld het ongeval altijd bij de politie. Ook kunt u de aansprakelijkheidsverzekering van de automobilist benaderen voor een schadevergoeding. Wij helpen u daar graag bij. Neem contact op met een van onze experts en we spreken graag de mogelijkheden met u door.