• Landelijk werkzaam
  • Persoonlijk bezoek
  • Één vast aanspreekpunt
  • Gratis rechtshulp

Artikel 185 WVW en de elektrische fiets

Door: Lisa Fluit
Leestijd: 5 minuten

Elke dag gebeuren er aanrijdingen tussen auto’s en fietsers of voetgangers. Omdat fietsers en voetgangers veel kwetsbaarder zijn in het verkeer, is er een speciale regel die hen beschermt. Deze regel staat in artikel 185 van de Wegenverkeerswet (WVW). Dit artikel zorgt ervoor dat u als fietser of voetganger in de meeste gevallen uw letselschade vergoed krijgt als u wordt aangereden door een motorvoertuig. In deze blog leggen we uit wat artikel 185 WVW inhoudt, hoe het werkt in de praktijk en wat de opkomst van elektrische fietsen hierin verandert.

Wat is Artikel 185 WVW?

Artikel 185 WVW bepaalt dat de bestuurder van een motorvoertuig vrijwel altijd aansprakelijk is voor de schade van een fietser of voetganger bij een ongeval, tenzij er sprake is van overmacht. Met andere woorden: wordt u op de fiets of lopend aangereden door een auto of scooter, dan heeft u in principe recht op schadevergoeding, zelfs als u misschien zelf ook een fout maakte. Deze wet is bedoeld om de zwakkere verkeersdeelnemers (fietsers en voetgangers) te beschermen en hen zonder al te ingewikkelde procedures hun schade vergoed te laten krijgen.

Een voorbeeld: een automobilist rijdt een fietser aan. Volgens artikel 185 WVW zal de verzekeraar van de automobilist vrijwel altijd (een groot deel van) de schade van de fietser moeten vergoeden. Dit komt doordat de fietser gezien wordt als zwakkere verkeersdeelnemer, en de auto als sterkere verkeersdeelnemer met meer verantwoordelijkheid in het verkeer.

Wilt u een beknopt stappenplan zien van hoe artikel 185 WVW wordt toegepast? Bekijk dan het spoorboekje van het Verbond van Verzekeraars. Hierin wordt stap voor stap uitgelegd wanneer welke vergoeding moet worden betaald op basis van deze wet.

Hoe werkt het in de praktijk?

In de praktijk komt het erop neer dat de automobilist in bijna alle gevallen (een deel van) de schade moet vergoeden. Overmacht – het verweer dat de bestuurder echt niets kon doen om het ongeval te voorkomen – wordt door de rechter bijna nooit aangenomen. De gedachte is namelijk dat de gemotoriseerde bestuurder extra goed moet opletten. Alleen als de fietser of voetganger met opzet of roekeloosheid grenzend aan opzet handelt, kan er sprake zijn van overmacht. Dit is zeer uitzonderlijk.

Zelfs als de fietser of voetganger zelf een verkeersfout maakt, blijft de bescherming gelden. De wet en rechtspraak hanteren hierbij de 50%-regel: een volwassen fietser krijgt in elk geval minimaal 50% van de schade vergoed door de motorvoertuigbestuurder, ook al treft de fietser deels schuld. Is het slachtoffer jonger dan 14 jaar, dan moet de automobilist zelfs 100% van de schade vergoeden (tenzij er opzet in het spel was). Met deze regels wil de wet ervoor zorgen dat kwetsbare verkeersdeelnemers altijd voor een groot deel worden beschermd.

Voor automobilisten betekent dit dat zij bijna nooit onder aansprakelijkheid uitkomen bij een botsing met een fietser. De rechter oordeelt in de praktijk meestal in het voordeel van de fietser of voetganger. Als automobilist moet u dus kunnen bewijzen dat u echt niks verkeerd deed én dat de fietser zó onverwacht handelde dat zelfs een uiterst oplettende bestuurder het ongeval niet had kunnen voorkomen. In de praktijk lukt dat vrijwel nooit.

Wat betekent dit voor elektrische fietsen?

Elektrische fietsen (e-bikes) zijn niet meer weg te denken uit het straatbeeld. Ze komen echter in allerlei soorten en maten, wat nieuwe juridische vragen oproept. Moet een snelle e-bike op dezelfde manier worden gezien als een gewone fiets, of als een brommer? En hoe zit het dan met de bescherming van artikel 185 WVW? Hieronder zetten we de belangrijkste punten op een rij.

Gewone e-bike als fiets: Heeft uw elektrische fiets trapondersteuning tot maximaal 25 km/uur en een motor van maximaal 250 Watt, dan beschouwt de wet dit voertuig als een gewone fiets. U moet trappen om vooruit te komen en de motor helpt alleen mee. U hoeft voor zo’n e-bike geen speciale verzekering af te sluiten en u hoeft geen brommerrijbewijs of helm te hebben. Voor de aansprakelijkheid in het verkeer betekent dit dat u een zwakke verkeersdeelnemer blijft, net als op een normale fiets.

Wordt u op uw e-bike aangereden door een auto, dan geldt artikel 185 WVW dus in volle omvang: de automobilist (of diens verzekeraar) zal vrijwel altijd uw schade moeten vergoeden, behoudens die zeer zeldzame gevallen van overmacht.

Speed pedelec of opgevoerde e-bike: Er zijn ook elektrische fietsen die harder kunnen dan 25 km/uur zonder te trappen, of die zijn opgevoerd om meer vermogen/snelheid te halen. Denk aan speed pedelecs of sommige fatbikes. Deze snellere e-bikes worden juridisch gezien gelijkgesteld aan motorvoertuigen. Er is een bromfietsrijbewijs en een WA-verzekering voor nodig en de bestuurder moet een helm dragen. In feite vallen ze in dezelfde categorie als brommers of scooters. Voor de aansprakelijkheid betekent dit dat de bestuurder van zo’n snelle e-bike niet als zwakke verkeersdeelnemer wordt beschermd. Artikel 185 WVW is dan niet van toepassing zoals bij een gewone fiets.

Bij een ongeval tussen een auto en een speed pedelec zal gekeken worden wie schuld heeft volgens de normale verkeersregels – beide partijen gelden immers als “sterk”. De speciale bescherming voor fietsers vervalt hier. Veroorzaakt de bestuurder van een speed pedelec of fatbike zelf een ongeluk met een voetganger of gewone fietser, dan draait hij juist op voor de schade, omdat hij in die situatie de gemotoriseerde (sterkere) verkeersdeelnemer is.

Praktijkvoorbeeld: Stel, u wordt op uw e-bike aangereden door een auto. Is uw e-bike een normale fiets met trapondersteuning, dan kunt u een beroep doen op de bescherming van artikel 185 WVW. De automobilist zal in principe aansprakelijk zijn voor uw letselschade. Misschien zal de bestuurder nog proberen te stellen dat u zelf de schuld was (bijvoorbeeld door door rood te rijden), maar zelfs dan moet hij meestal minstens de helft van uw schade betalen.

Rijdt u echter op een speed pedelec of opgevoerde fatbike, dan wordt het een ander verhaal. In dat geval geldt u niet als zwakke verkeersdeelnemer en is artikel 185 WVW niet van toepassing. De aansprakelijkheid zal dan worden bepaald door de gewone verkeersregels: er wordt gekeken wie er voorrang had of wie een fout maakte. U kunt in zo’n situatie dus niet automatisch rekenen op een schadevergoeding van 50% of meer, zoals bij een gewone fiets wel het geval is.

De juridische status van elektrische fietsen is continu in ontwikkeling. Nieuwe soorten e-bikes (zoals fatbikes, e-steps, etc.) zorgen ervoor dat wetgeving en verzekeringsregels worden aangepast. Het blijft daarom belangrijk om bij ongevallen met elektrische voertuigen goed te kijken hoe de wet op dat moment luidt en welke bescherming u geniet. Bij twijfel kunt u altijd juridisch advies inwinnen om zeker te weten waar u aan toe bent.

Juridische bijstand zonder kosten

Wilt u meer weten over de juridische gevolgen van ongevallen met elektrische fietsen of fatbikes? Lees dan ook gerust onze andere blogs, zoals onze blogs over de elektrische fiets en de fatbike. Hierin gaan we dieper in op de specifieke vragen rond deze voertuigen.

Bent u zelf op de fiets (wellicht een e-bike of fatbike) aangereden door een motorvoertuig en heeft u letselschade opgelopen? Neem dan vrijblijvend contact op met een van onze experts. Wij doen er alles aan om uw schade te verhalen op de tegenpartij, zonder dat hiervoor kosten in rekening worden gebracht. U kunt ons bellen of een bericht sturen – wij helpen u graag gratis verder.

Gratis hulp en advies
  • Binnen 24 uur contact
  • Eén vast aanspreekpunt
  • Persoonlijke aanpak
  • Gratis rechtshulp
  • Landelijk werkzaam

    Gratis hulp en advies
    (c) copyright Stipt letselschade | Klachtenregeling | Algemene Voorwaarden | Sitemap | Privacyverklaring