Door: André Rotte
Leestijd: 2 minuten
U heeft op een kruising met verkeerslichten groen licht en rijdt de kruising op. Een ander voertuig rijdt u aan en de bestuurder verklaart dat hij óók groen licht had.
Natuurlijk kan dat niet.
Eén van beiden moet door rood gereden zijn, maar bewijst u maar eens dat de tegenpartij door rood reed als u uw schade wilt verhalen.
In het gunstigste geval staan er camera’s of zijn er getuigen die zagen wat er gebeurde. Zo niet, dan wordt het lastig. U wilt de tegenpartij aansprakelijk stellen voor uw schade. Maar hoe regelt het aansprakelijkheidsrecht dat?
Als twee partijen verklaren dat ze door groen reden en er geen bewijs is wie er door rood reed, past een verzekeraar of rechter uitspraken van de Hoge Raad toe.
In 2006 en 2005 deed de Hoge Raad uitspraak in rechtszaken waarbij niet kwam vast te staan wie er door rood licht reed.
De Hoge Raad neemt in de beoordeling van zo’n zaak een aantal punten mee om tot een uitspraak over de schadevergoeding te komen.
Die punten worden ook nu nog gebruikt bij de vaststelling van de aansprakelijkheid.
Omdat niet vaststaat wie er door rood of groen reed, gaat de rechter ervan uit dat beide partijen door groen reden. En kijkt vervolgens of het gedrag van de aansprakelijkgestelde partij gevaar zettend is met behulp van onderstaande drie vragen.
Is de conclusie dat de aansprakelijkgestelde partij gevaar zettend reed?
Dan was het ontstaan van het ongeluk zeer waarschijnlijk. En kan hij toch aansprakelijk zijn voor het ongeval, ondanks dat hij dacht dat hij door groen reed.
Vervolgens kan hij zich nog beroepen op eigen schuld van de andere partij. En onderzoekt de rechter met behulp van dezelfde drie criteria of daarvan sprake is.
Dan moet die vervolgens bewijzen dat de andere partij ook schuld had aan het ontstaan van het ongeval. En stelt de rechter als uitgangspunt dat die bestuurder door groen reed.
Als vaststaat dat de ene partij aansprakelijk is en de andere eigen schuld heeft, maakt de rechter een verdeling. Hij kijkt daarbij naar het percentage schuld en bijvoorbeeld naar de totale letselschade.
Uiteindelijk stel hij vast wie welk deel van de schade van de ander moet betalen. Is de een aansprakelijk en de ander niet schuldig? Dan betaalt de aansprakelijke partij 100% van de schade van de ander.
Is de een aansprakelijk en de ander medeschuldig, dan kan de verdeling 50/50 zijn. Of een ander percentage als een van beiden zwaar letsel heeft.
Wilt u meer weten over deze of andere aansprakelijkheidskwesties in het verkeer? Informeer ernaar bij uw expert van Stipt letselschade.