Door: André Rotte
Leestijd: 2 minuten
Trams zijn een essentieel onderdeel van het openbaar vervoer in veel grote steden. Ze bieden een efficiënte en milieuvriendelijke manier van reizen. Echter, de veiligheid van voetgangers en fietsers rondom trams is een punt van aandacht.
Voetgangers en fietsers lopen een aanzienlijk risico wanneer ze in de buurt van trams komen. Dit komt doordat trams vaak stil en snel zijn, waardoor ze moeilijk te horen en te zien zijn.
Bovendien kunnen trams niet snel stoppen, wat de kans op ernstige ongevallen vergroot.
Er zijn verschillende maatregelen die genomen kunnen worden om de veiligheid van voetgangers en fietsers te verbeteren:
De rechtspraak is zich bewust van het gevaar dat trams in het verkeer met zich mee kunnen brengen voor fietsers en voetgangers die een ongeval overkomen waarbij een tram is betrokken en daardoor – vaak – ernstig – letsel oplopen.
In een zaak die speelde bij de de rechtbank Den Haag werd een vijftienjarige jongen aangereden door een tram, vlak nadat hij was uitgestapt en wilde oversteken. De trambestuurder had geen snelheid geminderd ondanks drukte op straat, en de rechter vond dat HTM onvoldoende had gedaan om het ongeval te voorkomen.
Hoewel de jongen niet helemaal vrijuit ging, kreeg hij uiteindelijk toch zeventig procent van zijn schade vergoed. Zijn jeugdige leeftijd en de ernst van het letsel speelden mee in de zogenoemde billijkheidscorrectie.
In een andere zaak oordeelde dezelfde rechtbank Den Haag over een volwassen voetganger die eveneens bij het oversteken werd geraakt door een tram. De rechter paste de zogeheten 50%-regel toe, die inhoudt dat bij een botsing tussen een tram en een kwetsbare verkeersdeelnemer – zoals een voetganger of fietser – minimaal de helft van de schade door de vervoerder moet worden vergoed.
Toepassing van deze 50%-regel vind naar analogie plaats. Deze rechtsregel is namelijk ontleend aan de beschermde positie van ongemotoriseerde verkeersdeelnemers die letsel oplopen door een motorrijtuig. Een tram is echter juridisch gezien geen motorrijtuig, maar vanwege de vergelijkbare risico’s die een tram voor ongemotoriseerde verkeersdeelnemers oplevert wordt de rechter gedaan alsof dat wel het geval is.
Wat beide uitspraken gemeen hebben, is de centrale gedachte dat de vervoerder een actieve verantwoordelijkheid draagt. Zelfs als het slachtoffer niet volledig juist handelde, weegt de zorgplicht van de tramexploitant zwaar. De rechters toetsen streng, juist omdat een tram als zwaar en niet wendbaar voertuig grote risico’s met zich meebrengt voor mensen in de directe omgeving.
Bent u zelf betrokken geraakt bij een tramongeval waarbij u geen voorrang kreeg? Neem dan vrijblijvend contact op met onze specialisten van Stipt Letselschade. Wij beoordelen uw zaak kosteloos, regelen uw volledige schadevergoeding en zorgen dat u krijgt waar u recht op heeft. Uw herstel staat voorop – wij zorgen voor de rest.